Kettingbrief
Verhaallijn 1 23-12-2013
editie 2 | jaargang 1
Na mijn afstudeeropdracht bij Jumbo Supermarkten in 2006 eindigde mijn carrière aan de TU/e en begon ik mijn carrière in het bedrijfsleven. Ik verkeerde in de luxe positie dat ik kon kiezen uit meerdere werkgevers om mijn carrière te starten. Ik kon namelijk kiezen tussen Jumbo Supermarkten en NedZink, door de buitenstaander beschouwd als twee volledig verschillende bedrijven met een compleet andere doelgroep, bedrijfssector en bedrijfscultuur. De retail versus de ‘traditionele’ maakindustrie gericht op de bouwindustrie. Mijn keuze viel op NedZink, waar ik begon als ‘Industrial Engineer’.Hoofdtaken in deze functie waren de implementatie van een MES (Manufacturing Execution System), kwaliteitsverbeteringen van het productieproces en het invoeren van een kostprijs berekeningssysteem. Via een aantal tussenstappen ben ik anno 2013 binnen het management team verantwoordelijk voor de afdelingen Supply Chain (inkoop, logistiek en planning), ICT, Technische Dienst, Engineering, Lab en één van de twee productieafdelingen.
Doe je in je werk nog veel met de dingen die je geleerd hebt tijdens je opleiding?
Ja! Mijn vooropleiding voor de TU/e was HTS Technische Bedrijfskunde. Tijdens deze studies heb ik reeds een viertal stages mogen doen bij Cofely, Sappi, Mora en Jumbo Supermarkten. Het is opvallend dat ondanks de grote verschillen tussen de hiervoor genoemde bedrijven, de processen op high level telkens vergelijkbaar zijn. Bedrijven hebben vaak vergelijkbare problemen met als rode draad het steeds sneller moeten aanpassen aan externe veranderingen.
Met name dit laatste legt veel druk op de interne organisatie in bedrijven. Je ziet dat afdelingen binnen bedrijven soms van de ene reorganisatie in de andere rollen. Technisch Bedrijfskundigen kunnen een belangrijke bijdrage leveren om interne reorganisaties of wijzigingen van werkmethodes succesvol binnen alle verschillende afdelingen in het bedrijf door te voeren.Het valt mij op dat je als Technisch Bedrijfskundige in staat bent om de spreekwoordelijke touwtjes tussen verschillende afdelingen aan elkaar knopen. Ik verbaas me er in elk bedrijf weer over hoe weinig mensen soms weten van de actuele thema’s en werkzaamheden op andere afdelingen. Hierdoor kunnen wijzigingen op de ene afdeling onbedoelde nadelige gevolgen hebben op andere afdelingen.
Is je werk vooral kwantitatief of kwalitatief? Heb je daar bewust voor gekozen?
Mijn werk is altijd een goede mix geweest tussen kwantitatief en kwalitatief activiteiten. Doordat het aantal mensen waaraan ik leiding geef groter wordt, verschuift de aandacht naar de soft skills. Het is dan belangrijk om wel te kunnen vertrouwen op de informatie die aangedragen wordt. Mijn kwantitatieve achtergrond helpt om de aangereikte informatie en statistieken snel op waarde te kunnen schatten. Dat mijn werk een mix is tussen kwantitatief en kwalitatieve activiteiten kan ik geen ‘keuze’ noemen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat werknemers in het westerse bedrijfsleven alleen goed ‘kunnen’ functioneren wanneer ze beide aspecten in hun werk beheersen.
Van poetsvrouw tot CEO binnen een multinational, overal wordt met mensen gewerkt en worden prestaties gemeten. Dit laatste vind ik overigens enorm doorslaan de laatste jaren. Je moet op een bepaald niveau het tot in details meten loslaten en je meer richten op het verbeteren van processen. Mijn visie is dat je heel gericht over een korte periode in detail je processen moet meten, van daaruit een strategie moet opstellen om vervolgens het proces te verbeteren. Pas wanneer dit is afgerond, doe je een controlemeting, waarna je het proces op hoger niveau bewaakt.
Heb je nog dingen naast je studie gedaan? Heb je daar in je carrière iets aan gehad?
Naast mijn studies en stages heb ik een eigen bedrijf gehad, waarin ik maatwerk software ontwikkelde voor het MKB. Tevens heb ik bij een van de bedrijven waar ik stage gelopen heb gedurende drie jaar één dag per week gewerkt. Aan beide zaken heb ik heel veel gehad. Toen ik afstudeerde had ik al ervaring opgedaan in het bedrijfsleven. Ik kwam niet als ‘groentje’ binnen, maar kon mijn kennis meteen inzetten en wist dat het overtuigen en veranderen van processen veel aandacht en uitleg vereist. Het werk in de softwarewereld heeft mij enorm geholpen bij de implementatie van het MES systeem Plant Applications en het meer recente ERP herimplementatieproject in twee vestigingen van NedZink (Nederland en Duitsland).
Welk advies zou je huidige studenten mee willen geven?
Plaats de ‘harde vakken’ altijd in het perspectief van het bedrijfsleven. Kijk om je heen waar dit soort kennis toegepast wordt. Dit motiveert bij het noodzakelijke ‘stampwerk’ dat nodig is om je de moeilijke materie van een technische studie eigen te maken. Mensen die technisch complexe zaken in het bedrijfsleven weten om te zetten in daadwerkelijke projecten en oplossingen voor dagelijkse problemen zijn van grote waarde voor de maatschappij. Het afronden van een studie aan de TU/e geeft aan dat je doorzettingsvermogen hebt en je kunt vastbijten in complexe problemen. Dat is veel waard in het bedrijfsleven. Je behoort hiermee al tot een beperkte club mensen.
Je staat er versteld van hoeveel mensen ‘het wel snel goed vinden’. Wees op je hoede wanneer je bij de bekende “Waarom?”-vragen het antwoord ‘dat gaat bij ons niet werken’ of ‘dat is nu eenmaal zo’ hoort. Vaak heeft men het nog niet serieus genoeg geprobeerd of is men vergeten noodzakelijke afdelingen bij het probleem of de verandering te betrekken.