Juni 2016
Het is zo vanzelfsprekend. Als je de kraan opendraait, komt er water uit. Als je de lichtschakelaar een tik geeft, gaat je lamp aan. En als je nog een ouderwets gasfornuis hebt, ga je ervan uit dat je je kip kan braden (mits je een lucifer of aansteker kunt vinden – rokers hebben de halve wereld). Van WiFi verwachten we nog wel eens dat het uitvalt. Niet dat we daar minder over klagen, maar het is niet echt Facebook-waardig (duimpje omhoog voor degene die de ironie in de voorgaande zin snapt). Maar o wee als er een uur lang geen water uit de kraan komt, zoals eind mei 2015 in Eindhoven gebeurde. Binnen enkele minuten stroomden de paniekberichten binnen: “Hebben wij nog water thuis?” “Heel Eindhoven zit zonder water!”. En de belangrijkste vraag: “Is er op Stratum dan wel bier?!”.
Wees niet bang, ik ga nu niet ellenlang uitwijden over hoe belangrijk het is om geld te doneren aan kinderen in Afrika, voor wie stromend water zeker niet altijd vanzelfsprekend is. Energie armoede heet dat overigens, zoek maar eens op Wikipedia op. Toch is het helemaal niet verkeerd om eens stil te staan bij de processen die zorgen dat wij uiteindelijk gas, water en licht (GWL) uit de muur kunnen trekken.
Uiteraard komen in deze SCOPE zowel gas, water als elektriciteit aan bod. Hierbij duiken we nog eens extra diep in ‘smart grids’. Dit is een relatief nieuw concept dat ons optimaal gebruik laat maken van energie, helemaal duurzaam. Hoewel ik zelf altijd claim dat we doodgegooid worden met sustainability, is dit onderwerp verstrengeld met GWL. En misschien maar goed ook. Na het lezen van de SCOPE besef ik me dat al dat geneuzel misschien toch nog ergens goed voor is. Gelukkig haalt de stijgende populariteit van technische snufjes het geitenwollensokkengehalte van duurzaamheid wat omlaag. En mocht je GWL nog steeds niet interessant vinden, denk dan toch nog eens aan die arme kinderen in Afrika.